parallax background

Honderd kilo op de rug

Canoeing with parents
The zero dollar campground
oktober 22, 2019
canoeing in the morning fog on a lake
Zes redenen om de NFCT in augustus te starten
oktober 27, 2019
 

Zaterdag 17 augustus - Old Forge


Op zaterdagochtend 17 augustus staan we aan de steiger bij Mountainman Outdoor. Onze kano ligt half in het water, half op het zand. In het midden van de kano liggen twee rode waterdichte tassen, eentje gevuld met alle kleren en slaapspullen, de andere met eten en kookmateriaal. Naast de achterste rode tas ligt een grijze tas met alle cameraspullen, kaarten en alles waar we overdag snel bij willen. Naast de voorste rode tas ligt de kar die we zullen gebruiken op portages waar we de kano over land moeten verplaatsen. Niet alle portages zullen met de kar kunnen, zodat we af en toe de kano op ons hoofd moeten dragen en de wielen als onhandige extra bagage tellen. De kano heeft twee stoeltjes en we zullen afwisselen wie achteraan zit. Verder hebben we drie peddels, voor het geval er eentje stuk gaat of kwijt raakt. We hebben een spons om water uit de boot te halen en een kleine waterdichte zak voor de persoon die vooraan zit met wat energierepen, de verrekijker, toiletpapier en een windjasje. Er is plaats voor veel meer spullen in de kano, maar met het oog op kilometers van portages willen we zo licht mogelijk reizen. Hiermee zullen we het moeten doen de komende vijftig dagen.

De Northern Forest Canoe Trail is een 1.200 kilometer lange kanotocht die oude native American waterwegen opzoekt. Het is de langste in kaart gebrachte kanoroute van de VS. De trail bestaat pas sinds 2006 en sindsdien hebben amper 100 mensen de trail volbracht. We volgen de Northern Forest, het grootste aangesloten ecosysteem in het oosten van de Verenigde Staten. De trail gaat over 59 meren, 23 rivieren en er zijn meer dan 65 portages. Er zijn meer obstakels. Zeker 250 kilometer van de tocht is tegen de stroom in, er zijn gigantische meren en verschillende stroomversnellingen. Onderweg passeren we prachtige landschappen en de iconische Mount Katahdin, het mythische einde van de Appalachian Trail. Als we dat doorstaan, halen we het meest noordoostelijke puntje van de VS, Fort Kent. Als we het einde halen, schrijven we geschiedenis. Olivier zal de eerste Belg ooit zijn die de trail volbrengt, Zoë de derde Nederlandse.

We hebben onze rode reddingsvesten aan, waterschoentjes en een nieuwe pet tegen de zon. Zoë heeft een bordeaux rode pet met de letters Patagonia, die van Olivier is blauw met een bizon. De schoonvader van Monique komt aangelopen met een plastic zakje. Hij heeft een cadeautje voor ons, een bruin t-shirt van Old Forge met een groot aambeeld erop, verwijzend naar de naam van het dorp (forge betekent smederij). We laten de t-shirts achter bij de fietsen die we ook in Old Forge laten staan. Als we over bijna twee maanden klaar zijn met de kanotocht komt John, de eigenaar van Mountainman, onze kano ophalen en hij neemt onze fiets mee. Vandaag varen John en Monique, waar we afgelopen week verbleven, met ons mee. John heeft al 27 jaar een outdoorwinkel die kano's verkoopt en verhuurt, maar hij heeft nog nooit met de kano gevaren op de meren rondom Old Forge. Hij verkiest varen op een rivier want dan kan hij rustig met de rivier mee drijven. Wij overtuigen hem om de eerste dag met ons mee te varen, op zijn minst tot aan het eerste restaurant.

De eerste mijl van de Mountainman winkel tot aan First Lake hoort officiel niet bij de trail, maar het is een mooie start en reclame voor John die ons zo geholpen heeft. We zwaaien John, Monique en Justin's ouders uit en spreken één mijl verderop af waar John zal klaarstaan met zijn kano bij de officiële start. Daar schrijven we voor de eerste keer onze naam in het NFCT logboek dat op verschillende plaatsen langs de trail in een kleine kiosk ligt. De kleine box zit vol met losse papieren dus het is moeilijk te tellen hoeveel andere mensen dit jaar gestart zijn. We tellen er minsten twintig, maar we weten dat er jaarlijks tussen 30 en 50 starten. Bijna iedereen start in mei of juni wanneer de waterstanden hoger zijn. Late starters zoals wij zijn zeldzaam, maar we zullen zelf ervaren of we echt in het verkeerde seizoen zijn gestart. We schrijven onze namen, de type kano en onze verwachte aankomstdatum, ergens begin oktober. Vandaag straalt de zon aan de hemel, er is weinig wind en geen enkele mug te bespeuren. Goed begonnen, half gewonnen, zeggen ze toch?

John vaart inderdaad mee tot aan het eerste restaurant, ongeveer twintig kilometer varen. Daar trakteert hij ons op pizza en nemen we echt afscheid. Zij keren terug naar Old Forge, wij hebben de bestemming Fort Kent, 1.180 kilometer verderop. We steken Fifth Lake over waar onze eerste portage volgt, eentje waar we gelijk de wielen kunnen testen. We zetten de kano op de wielen, gooien alle tassen in de kano en rollen soepel over de verharde berm van de weg. Voor ons stopt een busje en er stapt een lange man met een pet en een lichtbruin t-shirt uit. Het is John die een laatste verrassing voor ons in petto heeft. Hij koopt een pak brandhout langs de weg, zodat we vanavond alvast een kampvuurtje kunnen maken. Minstens vijf kilogram erbij, daar gaat onze lichtgewicht bepakking. We leggen de kano in het Sixth Lake en varen over een spiegel de avond in, op naar onze eerste nacht. Op een klein eilandje zetten we voldaan de tent op en gebruiken twee blokken van John's hout voor een kampvuur.
'Dit hou ik wel vijftig dagen vol' zegt Olivier glunderend. Zoë geeft Olivier een dikke knuffel en geniet van top tot teen van het nieuwe avontuur.

 

Net op tijd komt Zoë aangestrompeld, met haar kiezen op elkaar en haar haren door de war.

Op dag twee hebben we de eerste portage waar we de wielen niet kunnen gebruiken. Het is de eerste test om de kano op onze schouders te dragen, inclusief alle andere tassen. Olivier neemt de etenstas en de kano. We binden de reddingsvesten aan de stoeltjes, inclusief het kleine blauwe tasje. Zoë neemt de tas met slaapspullen op haar rug, aangevuld met waterflessen aan de zijkant. Dan de grijze tas in de ene hand en de kar in de andere hand. Aan de zijkant van de tassen hangen we ook nog de waterschoenen. Het totale gewicht is honderd kilo en we dragen ieder de helft. De portage is ongeveer anderhalve kilometer, een monsterafstand met honderd kilo op de rug. Olivier kan de kano niet alleen op zijn hoofd zetten met de zware etenstas op de rug. Zoë moet helpen en daarna haar eigen spullen pakken. Onze schouders en armen zijn duidelijk niet gewend aan het gewicht. Het lijkt alsof het gewicht iedere meter een kilo zwaarder wordt tot het moment dat het ondraaglijk is. We proberen zo snel mogelijk te stappen, maar het zijn zware stappen met het gewicht. Olivier gaat goed vooruit, maar het wordt te zwaar en hij moet stoppen om het gewicht van de schouders halen. Hij wacht op Zoë die de kano van zijn schouders moet tillen, maar Zoë is er niet. Hij laat de achterste punt van de kano op de grond rusten, maar dat verlicht de pijn niet. Krampachtig zoekt hij naar een paal of een boom waar hij de voorste punt van kano op kan zetten, maar er is niets in de buurt. 'Ik hou dit niet langer vol, waar blijft Zoë?'.

Net op tijd komt Zoë aangestrompeld, met haar kiezen op elkaar en haar haren door de war. Met brandende armen van de kar en grijze tas. Ze wegen ieder zo'n vijftien kilogram wat veel te zwaar is om lange tijd zonder afwisseling te dragen. Zoë gooit de tassen bijna neer en rent naar Olivier. Ze helpt Olivier onder de kano uit en we ploffen uitgeteld op de grond. Als we bij adem zijn, piept Olivier eruit 'Hoeveel hebben we gedaan, 200 meter?'. 'Ik moet een andere techniek hebben want dit is onmogelijk' zegt Zoë. Ze probeert de grijze tas bovenop de rode tas te zetten waardoor die boven haar hoofd uitkomt. De kar kan ze nu met twee handen vasthouden, een verbetering met 150%, maar toch moeten we iedere tweehonderd meter stoppen en even rusten. Zoë's nieuwe techniek werkt, maar drukt enorm op haar nek. Er zit niets anders op dan met al het gewicht te rennen. Hoe eerder bij het einde hoe beter. Vertwijfelt staan we terug te kijken naar de kleine kilometer die we net hebben afgelegd. "oef, dat word wat, dit was maar het begin van nog vele kilometers portage". Het laatste deel verandert het rotsachtige wandelpad in een lange houten steiger en kunnen we de wielen gebruiken. De pijn aan de schouders zijn we weer vergeten als we kano in het water leggen en we ons zigzaggend een weg banen door het moerassige Brown Tract tot aan het volgende meer.

1 Comment

  1. Ellen schreef:

    We missen jullie, maar nemen graag genoegen met deze stuk voor stuk mooie levendige verhalen, die de reis aaneenknopen en ons (naast onze bezoeken aan jullie ergens ter wereld) goed geïnformeerd en verbonden houd.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *